zondag 27 augustus 2017

De huishoudschool...

Het huishouden is een vak apart...dat bewijst wel dat er in 1888 de eerste huishoudschool opgericht werd in den Haag... Eeuwenlang was het huishouden van moeder op dochter overgegaan...De school leidde vrouwen op tot huishoudster of dienstbode...en om vrouwen voor te bereiden op hun klassieke rol als huisvrouw... Al snel kwamen er in het hele land huishoudscholen en kreeg de school al snel de geuzennaam "spinazieacademie"...omdat de voedingsleer een belangrijk onderdeel was van de school...Men at in die tijd te eenzijdig...alleen maar aardappels...en de hygiëne tijdens het bereiden van het eten was ver te zoeken... De volksgezondheid was er bij gebaat...volgens de minister van onderwijs... Het huishouden in die tijd was veel gecompliceerder...en kostte veel tijd...alles moest met de hand gedaan worden... Pas na de tweede wereldoorlog werden elektrische huishoudelijke apparaten voor grote groepen huisvrouwen betaalbaar... Men leerde er alles over hoe men wasgoed moest behandelen...het verschil in structuren van de stoffen...hoe met wasgoed moest stijven...en strijken... Maar ook gezondheidsleer...je eigen hygiene...en het zelf maken van kleding was belangrijk om te weten... Met de mammoetwet in 1968 werden ook jongens toegelaten op de huishoudschool... en mochten trouwens de meisjes naar de LTS... Huishoudkunde ontwikkelde zich daarna tot een ware studie...van bezem tot stofzuiger...van houtkachel tot magnetron...de huishoudschool ging met zijn tijd mee... Zo vinden hedendaagse studies als Facility Management...en Voeding en Diëtetiek hun oorsprong in dit onderwijs... In 1992 is de huishoudschool opgegaan in het LHNO..

zondag 20 augustus 2017

Boldoot...

Bijna iedere vrouw had vroeger in haar handtas een flesje Boldoot eau de cologne...en een zakdoek waarop de eau de cologne gedruppeld werd...en regelmatig aan geroken werd...Zo ook mijn oma...alles in haar handtas rook naar de eau de cologne...zelfs als je een pepermuntje van oma kreeg...smaakte die naar eau de cologne... Letterlijk vertaald uit het Frans betekent eau de cologne  "water uit Keulen"... Maar wist u dat de fabriek in Amsterdam stond...aan de Singel...want daar woonde Jacobus Cornelis Boldoot... Jacob Boldoot was een handige Amsterdamse jongen...hij voegde wat geuren en kleuren toe aan een fles alcohol en verkocht het spul als een middel tegen huidproblemen...Dat het niet werkte kon niemand wat schelen...het rook wel lekker...en al gauw werd het goedje populair bij vrouwen om hun eigen lichaamsgeuren te verdoezelen... Men ging toen soms maat één keer in de week in bad of zelfs nog minder... Het reukwater ging zelfs de grenzen over door overname van een zaak in Keulen...vandaar de naam eau de cologne... De zaken van Jacob Boldoot gingen zo goed dat er grotere fabriek kwam aan de Haarlemmerdijk in Amsterdam... De nazaten van Jacob verhuisden in 1977 de fabriek naar Haarlem... Maar wat heeft dit verhaal nu te maken met de zwart-wit foto hier onder... Dit is namelijk de Boldootkar... De meeste huizen hadden rond 1900 geen riolering...men deed zijn behoefte op een houten ton...met een emmer er in en een deksel erop... In de stad heette die het "gemak"....of "secreet"...of "stilletje"... die meestal in de keuken stond... Op het platteland werd rond het gemak een huisje gebouwd en noemde men het gewoon "schijthuis"...Twee keer in de week werden in de stad door de gemeentereiniging de uitwerpselen opgehaald door de beerwagen... Maar omdat die kar vreselijk stonk werd hij in de volksmond steevast de Boldootkar genoemd... Boldoot...een Amsterdams product... met een Franse naam...van een Duitse stad... Als u het Museum Het Voorhuis bezoekt moet u zeker eens naar het toilet gaan in het museum... want daar staat nog een "gemak"... Gebruiken mag u hem niet...daarom staat er nu een porseleinen pot...wel met een deksel...maar met daarboven een knop...waar u op mag drukken...zodat de Boldootkar niet langs hoeft te komen...

zondag 13 augustus 2017

Cornetmuts...

Deze muts staat ook in de linnenkast van Museum Het Voorhuis... Het is een cornetmuts...die heel vroeger in de Alblasserwaard gedragen werd ... Vanaf 1800 kreeg kleding in veel streken en plaatsen langzaam een heel eigen en herkenbare vorm... Vooral aan de mutsen die de vrouwen droegen kon men zien uit welke streek, stad of plaats men kwam... Ook kon men aan de muts zien of men in de rouw was...of men welvarend was...welk geloof men had...of welk beroep men uitvoerde... Zo was er in Spakenburg een klein verschil te zien aan de muts of men een boer of visser was... Onze kanten cornetmuts werd op zon- en feestdagen gedragen...voor 'door de weeks' droeg men een simpel gehaakt of gebreide mutsje... De kanten muts werd meestal één keer per jaar gewassen en gesteven... en werd de rand aan de voorkant of achterkant opnieuw geplooid... Elke streek had zijn eigen plooien... van heel smal tot breed... Dat wassen van de muts werd door de "mutsenwaster" gedaan...een echt beroep in de vorige eeuwen... Daarvoor werd de muts helemaal uit elkaar gehaald...en na het wassen en stijven van de delen...werden de plooitjes er met een plooi ijzer weer in geperst... Men verwarmde het onderste ijzer op de kachel...legde de strook gesteven kant erop...en met het bovenste warme ijzer werden de plooitjes erin geperst... Daarna werd de muts weer met de hand in elkaar gezet... Al met al een tijdrovend werk... Onze muts mist de plooitjes aan de achterkant...omdat wij niet in het bezit zijn van een plooi ijzer...en het beroep van mutsenwaster in de Alblasserwaard uitgestorven is... Heel jammer...wij hebben wel de mutsen nog...maar niet meer in de juiste vorm... Bij sommige evenementen in Het Voorhuis worden de mutsen door onze vrijwilligsters nog wel eens gedragen...

zondag 6 augustus 2017

Luiermand...

Wat ook in de linnenkast van Museum Het Voorhuis staat is een luiermand... Zodra men wist dat er een baby op komst was, werd begonnen met de luieruitzet... Men begon met de luiermand...heel vroeger maakte men die van wilgentenen... die aan de binnenkant bekleed werd met stof...vaak katoen...batist of linnen...afgezet met een kantje... Een luieruitzet bestond uit lakentjes... kussensloopjes en dekens voor de wieg... hemdjes... luiers... navelbandjes en spuugdoekjes... En alles werd zelf gemaakt...met de hand en soms versierd met borduursels...Voor het inbakeren werden zwachtels en wikkeldoeken gemaakt... Luiertruitjes en mutsjes werden gebreid...en alles moest klaar zijn rond de 7e maand van de zwangerschap... Kleertjes waren de eerste maanden na de geboorte niet nodig...de baby droeg alleen een luiertruitje met een omslagdoek...die strak om de beentjes zat...lekker warm... De luiermand werd van generatie op generatie doorgegeven... Ook ik kreeg van mijn schoonouders de luiermand van manlief... Helaas zat er molm in en heb ik hem later weg moeten doen...