In de opkamer van Museum Het Voorhuis bevindt zich een bedstee... Het was niet de oorspronkelijke plek voor een bedstee...meestal was dat in de woonkamer...waar het vuur brandde... Er waren in die tijd nog geen kachels...alleen één stookplaats onder de schouw... die diende als kookplaats...en tevens als warmtebron... Het was dus logisch dat de bedsteden dicht bij het vuur gebouwd werden... had men toch nog een beetje warmte in de winter... In de bedstee ligt een strobed...daarop dikke gestikte dekens... Op de plank aan het hoofdeinde staat de beddepan, een soort kruik... een blaker, een soort kaarsenhouder...een olielampje...en de po... Aan het voeteneind is een houten bak gemaakt...de krib...daar sliep de baby... Als er een nieuw kindje kwam...dan moest het kindje in de krib plaats maken voor de nieuwe baby... De lade onder de bedstee trok men dan 's avonds open... er werd een matrasje ingelegd...en daar kon dan kind nummer één slapen...Hier komt dan ook het gezegde vandaan...van het ondergeschoven kindje... Op de foto heeft de bedstee gordijntjes... normaal zitten er deuren voor...maar voor de tentoonstelling over "Damast" hebben de deuren nu even plaatsgemaakt voor gordijntjes...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten